Ryanair en de vakantiestress (vakantiewetgeving)

11 oktober 2017

Afgelopen maand was Ryanair volop in het nieuws. Het Ierse luchtvaartbedrijf heeft tot en met maart 2018 de vluchten van honderdduizenden klanten geannuleerd vanwege een probleem met vakantiedagen voor piloten.

Dit probleem ontstond doordat Ryanair de indeling van de vakantieperiodes had veranderd. Het bedrijf hanteert sinds dit jaar een jaarindeling die loopt van januari tot en met december, in plaats van april tot en met maart. Daardoor moeten piloten in september en oktober hun jaarlijkse verlof opnemen. Dit leidt tot een tekort aan piloten.

Om dit tekort tegen te gaan stelt Ryanair nu een salarisverhoging van €10.000 en een eenmalige bonus van €12.000 voor gezagvoerders en €6.000 voor copiloten in het verschiet wanneer zij minstens tien dagen van hun vakantie gaan werken. Het bedrijf dat dagelijks mensen naar hun vakantieadres vervoert, wil daarmee de vakantiedagen van haar werknemers afkopen. Mag dit eigenlijk wel?

Vakantiewetgeving

Onze vakantiewetgeving is deels gebaseerd op een Europese Richtlijn uit 2003 (Richtlijn 2003/88/EG) die door iedere lidstaat van de Europese Unie moet zijn omgezet in nationale wetgeving. In de Richtlijn en ook in de Nederlandse wet staat dat een werknemer ieder jaar recht heeft op minimaal vier weken vakantie met behoud van loon. In arbeidsovereenkomsten en CAO’s worden vaak meer vakantiedagen toegekend (gemiddeld 4 extra vakantiedagen bij een fulltime dienstverband). Dit worden de bovenwettelijke vakantiedagen genoemd. Het doel van het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon is om de werknemer in staat te stellen uit te rusten en over een periode van ontspanning en vrije tijd te beschikken (Hof van Justitie EG 20 januari 2009, C 350/06 en C 520/06 (Schultz-Hoff)).

Dit doel wordt zo belangrijk geacht, dat in de wet is opgenomen dat een werknemer zijn wettelijke vakantiedagen niet mag inruilen voor een financiële vergoeding. Als partijen toch overeenkomen dat de werknemer een vergoeding krijgt voor de afkoop van de wettelijke vakantiedagen, dan kan de werknemer deze afspraak vernietigen waardoor hij alsnog recht heeft op de wettelijke vakantiedagen. Mogelijk moet de werknemer dan wel de financiële vergoeding terugbetalen. De vordering tot terugbetaling door de werkgever kan echter in strijd zijn met het doel van de Richtlijn en de redelijkheid en billijkheid.

De bovenwettelijke vakantiedagen mogen sinds 2002 volgens het Nederlandse recht overigens wel worden ingeruild tegen een financiële vergoeding als werkgever en werknemer dit schriftelijk overeenkomen.

Conclusie

Het antwoord op de eerder gestelde vraag is dus zeer waarschijnlijk nee. Ryanair mag de wettelijke vakantiedagen van haar werknemers niet afkopen door een bonus in het verschiet te stellen. Daarmee worden vakantiedagen namelijk ingeruild tegen een financiële vergoeding. Zet Ryanair dit toch door, dan handelt het bedrijf in strijd met de Richtlijn.

Op grond van de Nederlandse wetgeving zou Ryanair de bovenwettelijke vakantiedagen wel mogen afkopen. Wetgeving van andere landen (het gaat hier om piloten uit Engeland, Ierland en Duitsland) kan echter strenger zijn. De tien dagen die Ryanair minstens wil afkopen zullen waarschijnlijk ook wettelijke vakantiedagen omvatten. Ryanair zal dus een andere oplossing moeten vinden om van haar vakantiestress af te komen.