Een voetbaltrainer was een procedure begonnen tegen een sportvereniging. De trainer gaf sinds augustus 2020 trainingen, maar op 9 mei 2022 heeft de sportvereniging die overeenkomst opgezegd. Volgens de trainer mocht dit zo niet, omdat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Als er inderdaad een arbeidsovereenkomst bestaat, dan is het ontslagrecht van toepassing en geniet de trainer de bescherming van een werknemer. De sportvereniging was echter van mening dat er sprake was van een overeenkomst van opdracht, dus geen arbeidsovereenkomst.
Het eerste argument van de trainer is dat hij gedurende een periode van meer dan drie maanden werkzaamheden heeft verricht en daarvoor betaald gekregen. Hij beriep zich daarom op het rechtsvermoeden dat er een arbeidsovereenkomst bestaat. Als dat rechtsvermoeden bestaat, hoeft de trainer minder bewijs te leveren voor zijn stelling dan de sportvereniging. De rechter ging niet mee in het verhaal van de trainer, omdat de trainer in de procedure heeft erkend dat hij het eerste seizoen 2020/21 heeft gewerkt op basis van een overeenkomst van opdracht. Hij werkte als ZZP’er.
Dan blijft de vraag: was de trainer in het tweede seizoen werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst?
Daarvoor is onder meer de manier van beloning relevant. De trainer heeft voor de uren die hij heeft gewerkt een declaratie met een vast uurtarief gestuurd vanuit zijn eigen bedrijf en daarover ook btw afgedragen. Hij ontving geen vakantietoeslag. De sportvereniging droeg geen werknemerspremies af en verstrekte geen loonstroken.
Net zo belangrijk is de vraag of er een gezagsverhouding bestond tussen de sportvereniging en de trainer. Die ontbreekt volgens de rechter. De trainer had veel vrijheid in zijn werkzaamheden, meer dan de andere trainers die wel een arbeidsovereenkomst hebben. Deze trainer had bijvoorbeeld geen functioneringsgesprekken. De trainer had een bedrijf met de eigenschappen die passen bij een eigen onderneming. Ondernemerschap van de trainer duidt op een overeenkomst van opdracht.
Al met al komt de rechter tot het oordeel dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst (in dit geval). Hierbij moet opgemerkt worden dat wanneer een aantal omstandigheden anders waren geweest, het dubbeltje wél de kant van de trainer op had kunnen vallen. Het komt uiteindelijk neer op een weging van alle omstandigheden.
Bent u benieuwd naar hoe de omstandigheden in uw specifieke geval wegen? Neem dan contact op met een van onze specialisten op het gebied van arbeidsrecht.
Neemt u gerust contact met ons op. Wij helpen u graag verder!
Meldt u zich vrijblijvend aan voor onze nieuwsbrief.
Download het bestand.
Dehaanlaw.nl maakt gebruik van cookies
Als u kiest voor ’Nodige cookies’ plaatsen wij slechts functionele en analytische cookies met weinig tot geen gevolgen voor uw privacy. Indien u kiest voor ‘Alle cookies’ plaatsen wij ook tracking cookies waarmee wij informatie over u verzamelen om u gepersonaliseerde content aan te kunnen bieden. U geeft hiermee tevens toestemming voor het verwerken van de middels deze cookies verkregen persoonsgegevens conform ons Privacy Statement en Cookie Statement.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Undefined cookies are those that are being analyzed and have not been classified into a category as yet.