Arbeidsrecht update | Andere vorm Werkwijzer Poortwachter | Ontbinding arbeidsovereenkomst inbreuk op vrijheid van meningsuiting

16 november 2023

Een grote groep mensen maakt veelvuldig gebruik van de Werkwijzer Poortwachter als langdurige arbeidsongeschiktheid speelt. Denk aan verzekeringsartsen, arbeidsdeskundigen, werknemers en werkgevers. De Werkwijzer Poortwachter is een document op de website van het UWV waarin onder meer richtlijnen zijn opgenomen voor de re-integratieverplichtingen van zowel de werknemer als de werkgever. De Werkwijze Poortwachter geeft de werkgever een bepaalde houvast in de ingewikkelde regelgeving als het gaat om arbeidsongeschiktheid en re-integratieverplichtingen.

Het UWV liet onlangs weten dat zij de Werkwijzer Poortwachter niet meer zal updaten. Werkgevers en werknemers moeten het momenteel doen met de informatie uit de laatste versie van 1 augustus 2022. Met het oog op mogelijke tussentijdse wijzigingen in wet- en regelgeving is dat onpraktisch. Het UWV gaf in eerste instantie aan dat werkgevers voor wijzigingen rond re-integratie de website van het UWV in de gaten moeten houden. Dit leidde tot veel onvrede in de arbeidsrechtelijke praktijk.

Recent liet het UWV weten dat zij de signalen over de Werkwijzer serieus neemt. Het UWV heeft nu als voornemen om de informatie uit de Werkwijzer beter toegankelijk te maken. De informatie moet begrijpelijker en leesbaarder worden, en beter toegespitst op zowel burgers als werkgevers. Het UWV gaat aan de slag met een nieuwe vorm van de Werkwijzer. Hoe de nieuwe vorm eruit komt te zien en wanneer deze verwacht kan worden, is nog onduidelijk. Tot die tijd moet u het doen met de huidige, mogelijk verouderde Werkwijzer. Inhoudelijke updates vindt u op de website en in de nieuwsbrief van het UWV.

Ontbinding arbeidsovereenkomst inbreuk op vrijheid van meningsuiting

Een werkneemster is sinds 2009 werkzaam als docente bij het ROC Nijmegen. In 2018 kondigde zij aan dat ze een boek wilde gaan schrijven over haar ervaringen met gepersonaliseerd onderwijs. In eerste instantie stond het ROC hier positief tegenover. Eind 2019 verscheen het boek. Naar aanleiding daarvan klaagden verschillende collega’s uit het team van de werkneemster bij de directeur over de wijze waarop zij in hun ogen tot de persoon herleidbaar zouden zijn in het boek. Zij voelden zich niet langer prettig in een samenwerking met werkneemster, waarna het ROC werkneemster verzocht om haar werkzaamheden tijdelijk neer te leggen. Werkneemster weigerde dit. Het ROC besloot vervolgens de werkneemster te schorsen en de kantonrechter te verzoeken om de arbeidsovereenkomst met werkneemster te ontbinden wegens een verstoorde arbeidsrelatie.

De kantonrechter wees het ontbindingsverzoek toe op de g-grond (verstoorde arbeidsrelatie). In hoger beroep bekrachtigde het Hof Arnhem-Leeuwarden deze beslissing. Uiteindelijk is de zaak bij de Hoge Raad terechtgekomen. De Hoge Raad vernietigde de beslissing van het Hof met onder meer het argument dat opnieuw beoordeeld diende te worden of de ontbinding van de arbeidsovereenkomst een inbreuk was op de vrijheid van meningsuiting van werkneemster.

Aan het Hof ’s-Hertogenbosch de taak om te beoordelen of daadwerkelijk sprake was van een inbreuk op de vrijheid van meningsuiting van werkneemster door de ontbinding van haar arbeidsovereenkomst. Allereerst oordeelde het hof dat de publicatie van het boek beschermd wordt door artikel 10 EVRM, het recht op vrijheid van meningsuiting. Er bestond daarnaast een causaal verband tussen het ontbindingsverzoek en de publicatie van het boek, wat een inmenging in de vrijheid van meningsuiting opleverde. Vervolgens is het de vraag of deze inmenging in de vrijheid van meningsuiting van werkneemster wel of niet toelaatbaar is.

Het hof komt tot de conclusie dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van werkneemster een ontoelaatbare beperking op haar vrijheid van meningsuiting is. Het boek is volgens het hof een kritische, maar geen beledigende beschouwing en er is niet gebleken van onwaarheden. Met het boek was bovendien een algemeen belang gediend en het boek is niet ‘provocerend’ te noemen. Gelet op het belang van de vrijheid van meningsuiting is het hof van oordeel dat het ROC zich meer had kunnen en moeten inspannen om de verhoudingen tussen werkneemster en de volgens het ROC gekwetste collega’s te normaliseren. Een bijzondere, baanbrekende uitspraak van het Hof. Het is afwachten in hoeverre de invloed van deze uitspraak zal doorsijpelen in de arbeidsrechtelijke praktijk.

ECLI:NL:GHSHE:2023:3713, Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 200.326.054_01 (rechtspraak.nl)