Aangepast wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden naar de Raad van State

1 juli 2024

In een eerdere blog schreven wij over het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR). Daarin is uitgelegd wat de bedoeling is van deze wet. Het wetsvoorstel is op 6 oktober 2023 in internetconsultatie gegaan. Dit heeft veel reacties opgeleverd. Reden waarom het wetsvoorstel werd uitgesteld. Op 21 juni 2024 is het aangepaste wetsvoorstel naar de Raad van State gestuurd ter beoordeling.

Eerst een korte opfrisser. Wat was ook alweer de bedoeling van het wetsvoorstel? Het is ontworpen om meer duidelijkheid te creëren over de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht. Veel zelfstandigen kiezen bewust voor het ondernemerschap en leveren daarmee een belangrijke bijdrage aan onze economie. Maar er is ook een keerzijde aan de snelle groei van het aantal zzp’ers. Er is in sommige gevallen sprake van (gedwongen) schijnzelfstandigheid. Of van oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden tussen werkenden onderling en tussen werkgevers. Ook voor de Nederlandse economie zijn er zorgen. Als grote groepen werkenden die in feite werknemer zijn, niet meebetalen aan de werknemersverzekeringen (zoals de werkloosheidsverzekering), worden de lasten niet meer eerlijk verdeeld. In dit wetsvoorstel worden indicaties die wijzen op zelfstandig werken voor het eerst in de wet vastgelegd.

Naar aanleiding van de internetconsultatie is het toetsingskader verbeterd door het Ministerie van SZW. Het wetsvoorstel is met een aantal aanpassingen beter in balans gebracht. Zo is bijvoorbeeld “kernactiviteiten” vervallen als indicatie. In het vorige wetsontwerp stond nog dat wanneer de werkzaamheden behoren tot de kernactiviteit van de organisatie, dit een indicatie is voor de organisatorische inbedding van het werk, wat zou moeten leiden tot een arbeidsovereenkomst. Door deze indicatie te laten vervallen, wordt tegemoet gekomen aan de kritiek en wordt naar verwachting meer zwaarte gegeven aan het werken als zelfstandige.

Daarnaast introduceert het kabinet een rechtsvermoeden van werknemerschap, gebaseerd op een uurtarief. Dit rechtsvermoeden maakt het voor werkenden aan de basis van de arbeidsmarkt makkelijker om een arbeidsovereenkomst te claimen. Dit kan bij de werkgever en indien nodig bij de rechter. Als een werkende (of een vertegenwoordiger, bijvoorbeeld een vakbond) een beroep doet op het rechtsvermoeden, moet hij aantonen dat hij minder betaald krijgt dan het geldende uurtarief. Dan is het vervolgens aan de werkgevende om aan te tonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Het kabinet verwacht ook dat hier een preventief effect van uit gaat, zodat er al bij het aangaan van een arbeidsrelatie kritischer gekeken wordt of er sprake moet zijn van een arbeidsovereenkomst. Ook hier zijn naar aanleiding van de internetconsultatie verbeteringen doorgevoerd. Zo wordt het uurtarief in het rechtsvermoeden in de toekomst naar boven afgerond op hele euro’s.

Wij houden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Wanneer er een update is over dit wetsvoorstel, leest u dat op onze website. Wilt u niets missen? Volg ons dan op LinkedIn.

GERELATEERDE ACTUALITEITEN