Het voorzorgsbeginsel: wat is het en wanneer wordt het toegepast? 

7 januari 2025

Bij het aanvragen van een omgevingsvergunning komt vaak het voorzorgsbeginsel ter sprake. Dit beginsel wordt aangehaald door mensen die zich zorgen maken over de gezondheid van omwonenden. Maar wat houdt het voorzorgsbeginsel precies in en wanneer mag het bevoegd gezag een vergunning weigeren? 

Toepassing van het voorzorgsbeginsel 

Het voorzorgsbeginsel wordt vaak genoemd bij vergunningaanvragen voor bijvoorbeeld geitenbedrijven of spuitzones bij woningen. Het bevoegd gezag kan echter niet zomaar een vergunning weigeren op basis van voorzorg. In de Omgevingswet staat dat een omgevingsvergunning alleen kan worden geweigerd als er bijzondere omstandigheden zijn die kunnen leiden tot ernstige of mogelijk ernstige nadelige gevolgen voor de gezondheid ( art. 5.32 Omgevingswet). 

Voorzorg toepassen is alleen aan de orde als er wetenschappelijke aanwijzingen zijn dat een activiteit wezenlijke gevolgen heeft voor de gezondheid. Daarnaast moet er een goede motivering zijn voor het bestaan en de aard van de risico’s. Deze aanwijzingen moeten gedeeld zijn door een onafhankelijke deskundige. Op basis hiervan kan een vergunning worden geweigerd of wel worden verleend met voorschriften die de risico’s beperken. 

Conclusie 

Het voorzorgsbeginsel speelt een belangrijke rol bij het beschermen van de gezondheid van omwonenden. Echter, het bevoegd gezag kan niet zomaar een vergunning weigeren. Er moeten wetenschappelijke aanwijzingen en een goede motivering zijn voor de risico’s, ondersteund door een onafhankelijke deskundige. Alleen dan kan het voorzorgsbeginsel worden toegepast bij het verlenen of weigeren van een vergunning.