Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in, maar ook buiten, de landbouw staat de afgelopen jaren in het middelpunt van het maatschappelijke debat.
De vraag luidt onder meer welke mogelijkheden of onmogelijkheden er zijn om het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen in de omgeving van gevoelige functies te verbieden. Bij gevoelige functies denken we bijvoorbeeld aan woningen inclusief de tuin, scholen, verzorgingshuizen en ziekenhuizen.
Dit is zeker geen vraag die pas recent aan de orde is gekomen in de rechtspraak. Over dit onderwerp bestaat al meer dan twintig jaar rechtspraak van de Afdeling. Er is evenwel geen wetgeving die de spuitvrije zones regelt. In het Besluit activiteiten leefomgeving zijn in artikel 4.723a wel regels gesteld over onder meer teeltvrije zones, dus daarmee ook spuitvrij, naast oppervlaktewater en het gebruik bij bepaalde windsnelheden. Maar er zijn geen afstandsnormen tot woningen e.d.
In de genoemde rechtspraak van de Afdeling geldt een vuistregel van een in acht te nemen afstand van vijftig meter tussen de percelen waar middelen worden gespoten en de gevoelige functies. Een verkleining van deze afstand kan slechts onder strenge voorwaarden plaatsvinden op basis van een deugdelijk onderbouwd rapport. Zo is bijvoorbeeld een verspreidingsmodel van de EFSA (Europese Voedselautoriteit) afgewezen, omdat het ongeschikt werd geacht om de effecten van verspreiding volledig en afdoende te beoordelen en dus geen wetenschappelijke zekerheid biedt.
Maatregelen om drift (verspreiding) te voorkomen kunnen bronmaatregelen betreffen, zoals het planten van een dichte, groenblijvende haag, of maatregelen bij het gevoelige object, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat de gevel binnen vijftig meter geen of zo weinig mogelijk raam- of deuropeningen heeft.
Geschillen ontstaan meestal wanneer er binnen de vijftig meter zone (planologische) wijzigingen optreden. Bijvoorbeeld wanneer een boomkweker een weiland koopt en daar gewassen wil gaan telen of wanneer er nieuwbouw van een woning binnen de vijftig meter grens plaatsvindt. In dergelijke gevallen hanteert de Afdeling de vijftig meter grens.
In de uitspraak van 6 november 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:4506) gaat het om de bouw van zorgwoningen op achttien meter van percelen met een agrarische bestemming. De gemeenteraad legt een spuitvrije zone van vijftig meter aan vanaf het bestemmingsvlak waar de woningen komen. In die zone mogen geen chemische gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt.
Een eigenaar van een weiland gaat daartegen in beroep met als argument dat het gebruik van deze middelen nodig is om het grasland in stand te houden en te voorkomen dat het wordt overwoekerd met onkruid. Het perceel werd gebruikt als paardenweide.
De Afdeling vindt dit niet overtuigend, omdat er geen concrete plannen waren voor ander agrarisch gebruik en omdat mechanische onkruidbestrijding mogelijk bleef. Gelet hierop bleef het plan voor de zorgwoningen overeind en kon er gebouwd worden.
In de uitspraak van 17 april 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:1599) krijgt een voormalige bedrijfswoning binnen de spuitvrije zone van 50 meter een bestemming als burgerwoning. Dit wordt, ondanks maatregelen zoals een gevel zonder openingen en het niet positief bestemmen van een voortuin (die agrarisch bleef), niet aanvaardbaar geacht. Verder is niet het feitelijke gebruik van gewasbeschermingsmiddelen beslissend voor de noodzaak van een spuitvrije zone, maar het toegestane gebruik.
Is het mogelijk voor een college van B&W of de gemeenteraad om nog een stap verder te gaan door de teelt van bepaalde gewassen, zoals lelies, integraal te verbieden of het gebruik van chemische middelen bij deze teelt te verbieden? Ook buiten de vijftig meter zone?
Die vraag is momenteel bijzonder actueel. Verscheidene gemeentebesturen overwegen een dergelijk integraal verbod. Dit onderwerp zal binnenkort in een volgende blog aan de orde komen.
Meldt u zich vrijblijvend aan voor onze nieuwsbrief.
Download het bestand.
Meldingen