Minister en staatssecretaris beantwoorden Kamervragen over beoordeling van schijnzelfstandigheid

Vorige week verscheen er een blog over de Uber-zaak. Daarin werd besproken hoe de Hoge Raad duidelijkheid heeft verschaft over de gezichtspunten uit het Deliveroo-arrest, waaronder het ondernemerschap. De uitspraak onderstreepte dat alle gezichtspunten gelijkwaardig zijn en dat er geen rangorde bestaat bij de beoordeling van arbeidsrelaties.

De minister van SZW en de staatssecretaris voor Fiscaliteit hebben Kamervragen beantwoord over de beoordeling van schijnzelfstandigheid door de Belastingdienst. Ze bevestigen dat ook het criterium van extern ondernemerschap wordt meegenomen in het wetsvoorstel Vbar.

Reactie van de overheid en Belastingdienst

Uit recent beantwoorde Kamervragen blijkt dat ook de overheid en de Belastingdienst zich in toenemende mate bewust zijn van het belang van extern ondernemerschap in het toetsingskader voor arbeidsrelaties. In de beantwoording wordt expliciet bevestigd dat het criterium van extern ondernemerschap wordt meegenomen in het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar). Hiermee wordt onderstreept dat zelfstandigen niet alleen beoordeeld worden op traditionele kenmerken van een arbeidsrelatie, maar ook op hun ondernemerschap.

Toch blijkt uit praktijkvoorbeelden dat de Belastingdienst dit criterium in handhavingspraktijken soms nog als ondergeschikt beschouwt. De staatssecretaris heeft echter benadrukt dat de Belastingdienst zich houdt aan de uitspraak van de Hoge Raad en alle gezichtspunten, inclusief extern ondernemerschap, evenwichtig meeweegt bij de beoordeling van arbeidsrelaties.

Wat betekent dit voor werkgevers?

Voor werkgevers is het van belang om bij het inschakelen van zelfstandigen aandacht te besteden aan hun externe ondernemerschap. Dit kan onder andere door:

• Te verifiëren of de opdrachtnemer meerdere opdrachtgevers heeft gehad of actief acquisitie pleegt;
• Na te gaan of de opdrachtnemer zich als ondernemer profileert, bijvoorbeeld via een website of inschrijving bij de Kamer van Koophandel;
• Te letten op fiscale en commerciële factoren die wijzen op zelfstandig ondernemerschap.

Door deze aspecten mee te nemen in de beoordeling en contractvorming, kunnen werkgevers beter inschatten of er sprake is van een echte zzp-constructie of een (verborgen) dienstverband.

Conclusie

Met de recente ontwikkelingen rond de beoordeling van arbeidsrelaties wordt duidelijk dat extern ondernemerschap een volwaardig criterium is. Dit brengt zowel kansen als uitdagingen met zich mee voor werkgevers en zelfstandigen. Werkgevers doen er goed aan om bij het inschakelen van zzp’ers oog te hebben voor hun externe ondernemerschap en dit expliciet te betrekken bij het aangaan van overeenkomsten.

Wij blijven de ontwikkelingen rondom arbeidsrelaties en het wetsvoorstel Vbar nauwlettend volgen. Heeft u vragen over de beoordeling van arbeidsrelaties binnen uw organisatie? Neem dan contact op met een van onze arbeidsrechtspecialisten.