Het recht op thuiswerken en je ziek melden bij thuisquarantaine

2 juli 2020

Sinds 1 juli jl. zijn ook de middelbare scholen weer volledig open; leerlingen hoeven geen anderhalve meter afstand te houden en alle leerlingen hebben weer samen les. Het RIVM neemt aan dat scholieren nauwelijks besmet raken met het virus en als dat al gebeurt, de ziekte mild verloopt. Dit geldt niet voor docenten en ander onderwijspersoneel. Zij dienen wel anderhalve meter afstand te bewaren, zowel onderling als ook tussen hen en de leerlingen. Onderwijspersoneel en jongeren die zelf coronaklachten hebben óf gezinsleden met deze klachten dienen niet naar school te komen.

Thuisquarantaine

De vraag rijst dan of een werknemer van wie één van de gezinsleden coronaklachten heeft, zich ziek moet melden of niet. Daarover heeft de Rechtbank Limburg op 23 juni jl. een uitspraak gedaan: een werknemer die in thuisquarantaine zit en zelf geen klachten heeft, is niet ziek. In deze zaak was dat van belang, omdat de werkgever de eerste twee ziektedagen als wachtdagen mocht aanmerken en hij mocht het loon per direct verlagen naar 70%. De cao’s VO en PO kennen deze maatregelen niet. In het eerste ziektejaar blijft de werknemer 100% van het salaris ontvangen en wachtdagen kent de cao niet. Niettemin is het van belang dat een werknemer die in thuisquarantaine zit niet wordt ziek gemeld. Het niet werken heeft een reden, die volgens de rechter voor rekening en risico van de werkgever behoort te komen en dus moet het loon betaald worden, ook al werkt werknemer niet of nauwelijks en is hij niet ziek.

Het recht op thuiswerken

De Rechtbank Gelderland oordeelde een week eerder, of een werknemer recht had op thuiswerken. Een dergelijk absoluut recht bestaat niet, aldus de kantonrechter. Om te bepalen of een werknemer mag verwachten dat zijn werkgever instemt met thuiswerken, moeten alle omstandigheden van het geval worden afgewogen, waaronder de mogelijkheid om goed thuis te werken, de veiligheidsmaatregelen die de werkgever heeft getroffen en de behoefte van de werkgever aan de aanwezigheid van de werknemer op het werk.

Tot nu toe zijn beide uitspraken de enige in hun soort en zij zijn van belang wanneer een werknemer, bijvoorbeeld een docent, zich op het standpunt stelt dat hij het werken op school onverantwoord vindt en om die reden zelf besluit thuis te werken. Een dergelijk absoluut recht bestaat niet. Dit betekent evenwel ook niet dat er nooit een recht op thuiswerken bestaat. De beoordeling is een afweging van de verschillende belangen en van alle omstandigheden van het geval.

Gerelateerde actualiteiten