Aandachtspunten bij het inbrengen van landbouwgrond in een maatschap of vof

Bij het inbrengen van landbouwgrond in een maatschap of vennootschap onder firma (vof) zijn er verschillende zaken waar vennoten op moeten letten. Dit artikel bespreekt enkele belangrijke aandachtspunten die te maken hebben met het gebruik en de vergoeding van de grond.

Gebruik en vergoeding

Vennoten kunnen afspreken dat de vennoot die eigenaar is van de landbouwgrond, alleen het gebruiksrecht inbrengt in de maatschap. De eigenaar blijft dan de eigenaar van de grond en krijgt een vergoeding voor het gebruik. Het is belangrijk dat deze vergoeding afhankelijk is van het bedrijfsresultaat van de maatschap. Een vaste vergoeding per hectare per jaar kan namelijk leiden tot kwalificatie als pacht. Bij een ongewenste beëindiging van de maatschap kan een medevennoot de maatschapsakte als reguliere pachtovereenkomst ter toetsing aan de Grondkamer voorleggen. De eigenaar riskeert dan na beëindiging van de maatschap het gebruik van zijn landbouwgrond te verliezen. Daarnaast kan een deel van de ontvangen gebruiksvergoeding na beëindiging van de maatschap aan de voormalige medevennoot moeten worden terugbetaald, namelijk indien deze hoger is dan volgens het Pachtprijzenbesluit. Deze terugvordering kan tot vijf jaar teruggaan.

Boekhoudkundige verwerking

Soms wordt de waarde van de landbouwgrond door de boekhouder op de balans geactiveerd en wordt de inbrengende vennoot in zijn eigen vermogen gecrediteerd. Dit gaat verder dan alleen het inbrengen van het gebruiksrecht en kan worden gezien als het inbrengen van het economisch eigendom van de grond. Dit kan ertoe leiden dat de inbrengende vennoot de waardeontwikkeling van de grond bij beëindiging van de maatschap moet delen met de medevennoten.

Conclusie

Het is duidelijk dat zowel de formulering als de uitvoering van een maatschapscontract juridische aandacht vereisen. Vennoten moeten zorgvuldig omgaan met de afspraken over het gebruik en de vergoeding van landbouwgrond om mogelijke problemen te voorkomen.