Borgstelling of hoofdelijke aansprakelijkheid?

30 juli 2024

Het komt geregeld voor dat in een geldleningsovereenkomst meerdere partijen worden genoemd als geldnemers. Vaak zal de schuldeiser alle partijen willen kunnen aanspreken voor terugbetaling van de gehele lening. Een recente uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland bevestigt het belang van vastlegging van afspraken daarover.  

De feiten

In een geldleningsovereenkomst staan de namen van drie partijen genoemd als geldnemers. Partij 1 is de vennootschap zelf, de overige twee partijen zijn bestuurders van de vennootschap. De overeenkomst zelf is alleen ondertekend namens de vennootschap. In de overeenkomst stond dat de overige twee partijen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de nakoming van de geldleningsovereenkomst en dat zij daarbij een persoonlijke borgtocht verlenen tegenover de geldgever voor het geval de eerste partij haar verplichtingen niet zou nakomen. Dat laatste gebeurt ook en de vennootschap gaat failliet. De geldgever spreekt beide bestuurders aan voor terugbetaling van de lening.

Kwalificatie ‘borgstelling’

De rechtbank vraagt zich af of hier inderdaad sprake is van hoofdelijke aansprakelijkheid of van een borgstelling. Beide termen worden door elkaar gebruikt, terwijl een borg meer wettelijke bescherming geniet dan een hoofdelijk schuldenaar. De rechtbank overweegt dat dat de overeenkomst zo moet worden uitgelegd dat de twee partijen ‘slechts’ borg zijn. Uit de tekst van de overeenkomst blijkt namelijk dat het geld alleen mocht worden gebruikt voor bedrijfsdoeleinden van de vennootschap (partij 1) en niet gebruikt mocht worden voor privézaken van de overige twee partijen. Dat pas meer bij een borgstelling dan bij hoofdelijke verbondenheid voor de lening zelf.

Toestemming echtgenote vereist?

Vervolgens doemde de vraag op of de borgstelling rechtsgeldig was vernietigd wegens het ontbreken van de toestemming van de echtgenote van de borg. Die toestemming is in geval van borgstelling namelijk onder omstandigheden een wettelijk vereiste. De rechtbank overweegt echter dat hier een wettelijke uitzondering van toepassing is. Beide partijen waren bestuurder en zij hielden samen ook alle aandelen van de vennootschap. In dat geval is geen toestemming van de echtgenote vereist, zolang de geldlening paste binnen de normale bedrijfsvoering. Na passering van overige verweren concludeert de rechtbank dat beide bestuurders de geldlening moeten terugbetalen.

Borgtochtverweer

Het komt in de praktijk vaak voor dat een hoofdelijk aangesproken partij zich verweert met de stelling dat hij of zij ‘slechts’ borg is. Deze uitspraak laat zien dat dit ‘borgtochtverweer’ niet steeds succes oplevert. In zijn algemeenheid heeft het zijn van borg wel voordelen ten opzichte van het zijn van hoofdelijk schuldenaar. Zo kan een borg pas worden aangesproken als de hoofdschuldenaar is tekortgeschoten en heeft een borg meer mogelijkheden heeft om regres te nemen op zijn hoofdschuldenaar.  

Bent u benieuwd wat uw mogelijkheden zijn als schuldeiser of juist als aangesproken (hoofdelijk) schuldenaar? Neem dan gerust contact op.