De bindende kracht van een concept-testament

7 april 2025

Welke ‘spelregels’ gelden er bij de uitleg van testamenten? Wat kan de waarde zijn van de aanwezigheid van een concept-testament? Onze collega Marten van Eerten ligt hieronder het één en ander toe aan de hand van enkele recente uitspraken.

Verbindt een concept-testament?

Bij de uitleg van testamenten dient te worden gelet op de verhoudingen die de erflater met zijn testament kennelijk wilde regelen. Aldus staat al sedert 2003 met zoveel woorden in het Burgerlijk Wetboek (art. 4: 46 BW). Over de toepassing daarvan is al in diverse gerechtelijke uitspraken beslist. Bijvoorbeeld het geval waarbij een ongetrouwde vrouw in haar testament haar broer als enig erfgenaam had aangewezen en zij, jaren later, alsnog haar prins op het witte paard ontmoet met wie zijn in het huwelijk treedt en met wie zij ook nog twee kinderen krijgt. Nadien komt de vrouw te overlijden zonder haar testament te hebben aangepast. Wie is dan haar erfgenaam? De broer? Of de weduwe met de kinderen? De broer trok in het voorgaande geval aan het kortste eind. Geoordeeld werd dat de vrouw met de benoeming van haar broer als enig erfgenaam alleen heeft willen voorzien in de situatie waarbij zij voor het moment van haar overlijden (nog steeds) ongetrouwd zou zijn geweest en geen kinderen had nagelaten  (Hoge Raad 10 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1531)

Kort daarvoor is de Haagse rechtbank in een andere zaak al een stapje verder gegaan: Aldaar werd een erfgenaam zijn wettelijk erfdeel ontzegd omdat de erflaatster in een concept-testament anders over haar nalatenschap had beschikt (Rechtbank Den Haag 30 augustus 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:13021).

Deze uitspraak is bijzonder omdat de wet aan de totstandkoming van testamenten vormvoorschriften stelt die op straffe van nietigheid in acht genomen moeten worden, w.o. dat een testament door een notaris moet zijn gepasseerd (art. 3:39 BW). Een concept-testament is (nog) niet gepasseerd en geldt dus niet als een notariële akte.

De juridische basis om aan een concept-testament rechtsgevolgen te verbinden vindt de rechtbank met de toepassing van art. 6: 2 lid 2 BW: Een wettelijke regeling (in casu: het in de wet geregelde erfrecht dat van toepassing is wanneer de erflater geen testament heeft opgemaakt) kan door de rechter in een concreet geval buiten toepassing lworden gelaten wanneer een beroep daarop naar zijn oordeel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
 
Uit de uitspraak volgt dat de rechter heel erg terughoudend is om aan een concept-testament rechtsgevolgen te verbinden: de rechtbank oordeelde dat zij in het concrete geval er volstrekt zeker van was dat de erflaatster conform haar concept-testament had willen testeren. Op basis van meerdere getuigenverklaringen was de rechtbank ervan overtuigd geraakt dat de erflaatster in de (onjuiste) veronderstelling verkeerde dat haar testament conform concept al notarieel was gepasseerd.

Uit andere uitspraken volgt dat de ‘volstrekte zekerheid’ niet snel wordt aangenomen. Zo oordeelde het Amsterdamse gerechtshof eind vorig jaar nog dat uit de beschikbaarheid van een concept-testament niet volgt dat de erflater dienovereenkomstig ook notarieel had willen laten passeren; laat staan dat daarmee gezegd is dat de wil van de erflater tot aan diens overlijden onveranderd zou zijn gebleven (Gerechtshof Amsterdam 3 december 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:3326).

Kortom: Indien er aanleiding bestaat om aan te nemen dat de inhoud van een testament niet in overeenstemming is met de wil van de overledene voor het moment van zijn overlijden zijn er beperkte mogelijkheden om tot een van die inhoud afwijkende interpretatie te komen.

Indien u met een dergelijke kwestie te maken hebt is onze collega Marten van Eerten u hierbij graag uw gesprekspartner.