Het slapende dienstverband: de Xella-vergoeding

11 november 2024

Wanneer een arbeidsovereenkomst eindigt op initiatief van de werkgever, dient de werkgever een transitievergoeding te betalen aan de werknemer. Is een werknemer langdurig arbeidsongeschikt? Dan hoeft de werkgever in beginsel na twee jaar het loon niet meer te betalen. Om betaling van de transitievergoeding te vermijden, werd in het verleden de arbeidsovereenkomst van langdurig zieke werknemers door veel werkgevers niet opgezegd. In plaats daarvan lieten zij het dienstverband slapend. Daar is verandering in gekomen met het Xella-arrest van de Hoge Raad. In deze blog staan wij stil bij het Xella-arrest en zetten wij een recente uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland uiteen.

Xella-arrest en Xella-vergoeding

In het Xella-arrest heeft de Hoge Raad bepaald dat de werkgever op grond van goed werkgeverschap moet instemmen met een redelijk voorstel van de werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden onder toekenning van een vergoeding. Deze vergoeding wordt ook wel de Xella-vergoeding genoemd en is even hoog als de transitievergoeding op het moment dat de werkgever de arbeidsovereenkomst had kunnen opzeggen. Dit is vaak de dag waarop de 104 weken na de eerste ziektedag zijn verstreken.

Rechtbank Noord-Holland

De werknemer is op 19 augustus 2013 in dienst getreden bij de werkgeefster en werkte daar als productiemedewerker. Op 23 augustus 2021 is de werknemer uitgevallen voor zijn werkzaamheden. Met ingang van 20 augustus 2023 is een WIA-uitkering toegekend aan de werknemer.

De advocaat van de werknemer heeft op 13 mei 2024 per brief aan de werkgeefster gevraagd om mee te werken aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van de werknemer met wederzijds goedvinden, onder toekenning van een vergoeding ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding. De werkgeefster reageerde daarop dat zij akkoord ging als de vaststellingsovereenkomst juist zou zijn en vroeg de gemachtigde om een overeenkomst op te stellen. De gemachtigde van de werknemer stuurde een vaststellingsovereenkomst naar de werkgeefster op 3 juni 2024. Daar heeft de werkgeefster niet meer op gereageerd, ook niet op de vervolgmails. Uiteindelijk kon de werknemer niet anders dan zich wenden tot de kantonrechter.

Volgens de kantonrechter had de werkgeefster mee moeten werken aan de beëindiging van het dienstverband van werknemer onder toekenning van een vergoeding gelijk aan de transitievergoeding. Uit de stellingen van partijen en de stukken blijkt dat een beëindiging van de arbeidsovereenkomst eind augustus 2023 onderwerp van gesprek tussen hen is geweest. De arbeidsovereenkomst van werknemer is echter niet opgezegd, en uit niets blijkt dat de werkgeefster werknemer heeft gewezen op zijn rechten met betrekking tot de transitievergoeding. Daarnaast heeft de werkgeefster aan de gemachtigde van werknemer medegedeeld dat een vaststellingsovereenkomst kon worden opgesteld, als reactie op het voorstel van werknemer tot beëindiging van zijn slapend dienstverband met wederzijds goedvinden, maar er is vervolgens niets meer van de werkgeefster vernomen. Dit brengt mee dat de werkgeefster heeft gehandeld in strijd met de eisen van goed werkgeverschap door niet in te stemmen met het redelijke voorstel van werknemer.

Er is sprake van een toerekenbare tekortkoming van de werkgeefster in de nakoming van de verplichtingen die voor haar voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst. Door deze tekortkoming heeft werknemer schade geleden, die de werkgeefster moet vergoeden. Met werknemer is de kantonrechter van oordeel dat deze schade gelijk is aan de door hem misgelopen Xella-vergoeding, die door werknemer is berekend op € 6.967,64 bruto. Het argument van werkgeefster dat zij in een slechte financiële situatie zat, staat er niet aan in de weg dat de werkgeefster had moeten instemmen met het voorstel van werknemer. De werkgeefster had immers aanspraak kunnen maken op compensatie van een betaalde Xella-vergoeding. Ook had werkgeefster zich kunnen beroepen op de wettelijke mogelijkheid tot betaling in termijnen van de transitievergoeding. Werkgeefster heeft dit niet gedaan, en dat komt voor haar rekening en risico.

Het gevolg van deze zaak is dat de werkgeefster de vergoeding moet betalen als schadevergoeding op grond van de rechtelijke uitspraak en niet als ontslagvergoeding als gevolg van twee jaar ziekte. Dit juridische verschil is van belang, omdat voor een schadevergoeding geen compensatie wordt verstrekt door het UWV. De werkgever is daarmee financieel nog slechter af.

Tot slot

Wanneer een werknemer verzoekt om een slapend dienstverband te beëindigen, dient u daar als goed werkgever in beginsel aan mee te werken. Doet u dat niet, dan loopt u het risico dat u een Xella-vergoeding dient te betalen. In dat geval kunt u geen compensatie aanvragen voor deze vergoeding bij het UWV.

GERELATEERDE ACTUALITEITEN