Is een niet realistische termijn redelijk?   

21 oktober 2024

Uit artikel 23 Elektriciteitswet volgt dat netbeheerders binnen een redelijke termijn een aansluiting moeten realiseren. Datzelfde artikel schrijft ook de verplichting voor dat een netbeheerder een aansluiting tot 10 mVA binnen 18 weken moet realiseren. Eerder verklaarde het Hof van Justitie deze termijn onverbindend, omdat de termijn moet worden vastgesteld door de toezichthouder (in Nederland is dat de ACM) en niet de wetgever (de wetgever voerde de Elektriciteitswet in).

Zogezegd, zo gedaan: de ACM ging naar de tekentafel en kwam met een besluit over de ‘redelijke aansluittermijnen’ voor kleinverbruikers. Dat besluit werd opgenomen in artikel 8.11 van de Netcode elektriciteit en daaruit volgden drie verschillende ‘redelijke’ termijnen:

  • 12 weken na ontvangst van de acceptatie van de offerte indien het verzoek een wijziging betreft van een bestaande aansluiting waarbij geen grondwerkzaamheden nodig zijn;
  • 18 weken na ontvangst van de acceptatie van de offerte indien het verzoek een nieuwe aansluiting betreft, of een wijziging van een bestaande aansluiting waarbij sprake is van grondwerkzaamheden; of
  • 52 weken als er sprake is van onvoldoende netcapaciteit.

Netbeheer Nederland (de vereniging van alle netbeheerders) vond deze termijnen niet realistisch en spande een procedure aan bij Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (één van de vier hoogste bestuursrechters). Het CBB oordeelde dat de vastgestelde aansluittermijnen in een substantieel aantal gevallen niet haalbaar zijn. Netbeheerders zouden voor een grote opgave staan door de energietransitie en de schaarste aan technisch geschoold personeel. De termijn van 12 of 18 weken is daarom niet zorgvuldig tot stand gekomen en werd vernietigd door het CBB.

Ook voor de aansluittermijn van 52 weken bleef niet overeind. Voor de situatie dat (nog) geen transport wordt aangeboden vanwege onvoldoende capaciteit op het net (congestie) had de ACM de belangen onvoldoende zorgvuldig in kaart gebracht. Zo kan zich de situatie voordoen dat de aansluiting wel wordt aangelegd, maar dat er geen transport van elektriciteit mogelijk is vanwege congestie. Kleinverbruikers worden hiermee op het verkeerde been gezet, omdat zij de aangelegde aansluiting (mogelijk) niet kunnen gebruiken terwijl zij er wel voor moeten betalen.

De praktijk blijft achter met een onverbindende termijn in de wet en vernietigde termijnen uit een besluit. Netbeheerders dienen binnen een redelijke termijn een aansluiting te realiseren, maar die termijn laat zich vooralsnog lastig vastleggen in een wet of besluit.  

De redenering van het CBB toont een vergelijking met de regeling omtrent verzuim, waarbij de schuldenaar nog een laatste termijn moet worden gegeven om zijn verbintenis na te komen. Ook die termijn moet redelijk zijn volgens artikel 6:82 lid 1 Burgerlijk Wetboek (en dus realistisch). Hoe lang deze termijn is hangt af van de omstandigheden van het geval. Voor de levering van waren is bijvoorbeeld meer tijd nodig dan het betalen van geld, maar minder dan voor de uitvoering van een aanneming van werk.

Het Hof Den-Haag nam in mei 2024 reeds het uitgangspunt dat een netbeheerder (in casu Liander) niet kan worden veroordeeld tot het realiseren van aansluitingen binnen een termijn die voor haar onmogelijk is om na te komen. Liander werd in deze zaak wel veroordeeld om binnen een in goede justitie te bepalen termijn de aansluiting te realiseren. Een netbeheerder blijft immers verplicht een aansluiting te realiseren en het transport te verzorgen. Zij is monopolist en op haar rust een inspanningsverplichting om de aangevraagde aansluitingen, ook in geval van congestie, binnen een zo snel als redelijkerwijs mogelijke termijn te realiseren, aldus het Hof.

Het vraagstuk of de netbeheerder aan haar inspanningsverbintenis heeft voldaan, heeft een technisch karakter. Vergelijk het met de zojuist genoemde aannemer. Hoe snel kan een aannemer redelijkerwijs een woning bouwen? Procederen over deze technische vraagstukken gaat vaak gepaard met het inschakelen van een deskundige. Een onafhankelijk deskundige kan de vraag beantwoorden hoe snel de aannemer had kunnen/moeten bouwen. Een deskundige kan mogelijk ook de vraag beantwoorden binnen welke termijn een netbeheerder dit redelijkerwijs had kunnen doen. 

Advocaten van DeHaan zijn gespecialiseerd in het voeren van juridische procedures waarbij deskundigen worden ingeschakeld. Dat kan tijdens een procedure, maar ook voorafgaand door het verzoeken van een voorlopig deskundigenonderzoek.

Heeft u een vraag over de aansluitplicht van een netbeheerder? Neem dan contact op met Job Velten.

GERELATEERDE ACTUALITEITEN