In een eerder bericht schreven we over ondernemers die kozen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen in een stichting. Hoewel de stichting oorspronkelijk bedoeld is als vehikel voor organisaties met een ideëel doel, zoals goede doelenorganisaties, kan een stichting wel degelijk gebruikt worden voor het drijven van een onderneming. Een reden om te ondernemen in een stichting kan bijvoorbeeld zijn dat de stichting als rechtsvorm kan bijdragen aan het uitdragen van een maatschappelijke boodschap. Door te ondernemen in een stichting wordt een ander signaal afgegeven aan de stakeholders van een onderneming dan wanneer vanuit – bijvoorbeeld – een B.V. wordt ondernomen, met name nu de stichting steeds meer geassocieerd wordt met duurzaam ondernemen, onder meer door de toenemende aandacht voor steward owned ondernemingen.
Is het dan niet mogelijk maatschappelijk te ondernemen in een B.V.? Dat is zeker mogelijk. Het nadeel is dat door het gebruik van deze rechtsvorm voor buitenstaanders niet onmiddellijk duidelijk zal zijn dat de B.V. een maatschappelijk gedreven doel dient, terwijl juist dat voor sommige stakeholders een belangrijk gegeven kan zijn. Daarnaast is een BCorp-certificaat of Code Sociale Ondernemingen niet voor iedere maatschappelijke onderneming haalbaar. Hoewel in 2021 in de Tweede Kamer aandacht was voor de maatschappelijke B.V. en in 2024 voor een motie werd gestemd om de rentmeester-vennootschap als nieuwe rechtsvorm op te nemen in de wet, is dit op het moment van schrijven nog niet mogelijk. Het karakter van de stichting past daarom vooralsnog goed bij die van een maatschappelijk gedreven onderneming.
Is de stichting altijd de meest geschikte rechtsvorm voor iedere maatschappelijk gedreven onderneming? Voor de stichting gelden andere wettelijke regels dan voor de B.V.; waar de B.V. in de praktijk als een flexibele rechtsvorm wordt gezien, zijn voor de stichting een aantal restricties in de wet opgenomen die niet voor de B.V. gelden. Toch is commercieel ondernemen in een stichting zeker niet onmogelijk of ongebruikelijk. Wees wel bewust van de verschillende regels die voor een B.V. en een stichting gelden. De belangrijkste verschillen vanuit ondernemingsrechtelijk perspectief leest u hieronder:
Het vermogen van een stichting wordt wettelijk beschermd. In tegenstelling tot de B.V. geldt voor de stichting een uitkeringsverbod en een vermogensklem.
– Uitkeringsverbod
Voor de stichting geldt een uitkeringsverbod. Dit houdt in dat de stichting niet als doel mag hebben winst uit te keren aan oprichters, bestuurders en toezichthouders/commissarissen en leden van andere organen van de stichting, of aan andere personen, zonder dat de uitkering aan die personen een ideële of sociale strekking heeft.
Dit zijn de grenzen van het uitkeringsverbod van de stichting:
De B.V. kent geen uitkeringsverbod. Er gelden weliswaar restricties met betrekking tot het doen van uitkeringen, maar deze zijn primair in de wet opgenomen ter bescherming van crediteuren van de B.V. en niet ten behoeve van het in stand houden van het vermogen.
Een veel voorkomende misopvatting is dat stichtingen geen winst mogen maken. Stichtingen mogen wel degelijk winst maken en mogen ook tot doel hebben winst te maken. Pas bij het aanwenden van de winst gelden de regels van het uitkeringsverbod.
– Vermogensklem
Wordt een stichting omgezet in een andere rechtsvorm, zoals een B.V., dan blijft het vermogen dat de stichting vóór die omzetting had beschermd via de wettelijke vermogensklem. Dit betekent dat het betreffende vermogen ná de omzetting van de stichting in een andere rechtsvorm nog steeds alleen overeenkomstig het doel van de stichting mag worden besteed, ook al geldt deze regel niet voor de nieuwe rechtsvorm waarin de stichting is omgezet. De Hoge Raad bepaalde overigens dat deze vermogensklem ziet op de som van het vermogen van de stichting, niet op de afzonderlijke vermogensbestanddelen (activa en passiva) die ten tijde van de omzetting door de stichting werden gehouden.
Op verzoek kan de rechter toestemming geven de vermogensklem bij de omzetting van de stichting in een andere rechtsvorm op te heffen. De rechter beoordeelt of met het opheffen van de vermogensklem derden onredelijk of oneerlijk worden benadeeld en of verandering van de doelstelling waaraan het stichtingsvermogen besteed kan worden in strijd is met de openbare orde.
Een vooraf zorgvuldig geformuleerd doel in de statuten van de stichting kan in de toekomst bij een omzetting in (bijvoorbeeld) een B.V. meer bewegingsvrijheid geven om het stichtingsvermogen te besteden.
De stichting heeft een bestuur en – eventueel – een raad van toezicht/commissarissen. Het is voor stichtingen verboden leden te hebben. Een B.V. kent overigens ook geen leden, maar wel aandeelhouders. Via het aandeelhouderschap kan een B.V. derden (waaronder financiers) bij de onderneming betrekken en vermogen aantrekken door aandelen tegen een bepaalde uitgifteprijs en onder bepaalde voorwaarden uit te geven.
Dat een stichting niet net zoals een B.V. via aandeelhouders eigen vermogen kan aantrekken, houdt in dat zij op een andere manier financiering moet werven. Dit kan bijvoorbeeld door subsidies, donaties, (groei)fondsen of het aantrekken van andersoortige financiering. Subsidies of fondsen kunnen soms zelfs de reden zijn te kiezen voor een stichting als rechtsvorm, wanneer het hebben van deze rechtsvorm als vereiste wordt gesteld door de geldverstrekker.
Mogelijk wilt u als ondernemer ook andere investeerders aantrekken om uw onderneming te laten groeien. Externe investeerders verwachten doorgaans rendement op hun investering. Dergelijk rendement kan worden behaald in de vorm van rente op een lening. Rentelasten drukken echter het resultaat van de onderneming. Dit is niet aan de orde wanneer financiering in de vorm van eigen vermogen wordt verstrekt, tegen uitgifte van aandelen. Rendement op aandelen kan namelijk worden verwezenlijkt door (dividend)uitkeringen en/of waardestijging van de (overdraagbare) aandelen. Nu een stichting geen in aandelen verdeeld kapitaal kent en winstuitkering slechts beperkt mogelijk is, is de stichting vanwege bedrijfseconomische en/of commerciële redenen mogelijk niet de geschikte rechtsvorm, noch voor de onderneming noch voor diens financiers. Of de stichting een geschikte rechtsvorm is, zal in veel gevallen afhangen van de aard van de onderneming en de markt waarin zij opereert. Wanneer de stichting niet de meest geschikte rechtsvorm blijkt om de onderneming in onder te brengen, kan zij binnen de juridische structuur waar die onderneming deel van uitmaakt mogelijk wel een relevante rol spelen, zoals bij steward owned ondernemingen.
Wilt u weten welke rechtsvorm voor uw onderneming de juiste is? Neem gerust contact op met onze (kandidaat-)notarissen; zij adviseren u graag in het kiezen van een passende rechtsvorm en begeleiden u bij de oprichting daarvan.
Meldt u zich vrijblijvend aan voor onze nieuwsbrief.
Download het bestand.
Meldingen