Overheid ook aansprakelijk bij onrechtmatige daad tegenover niet belanghebbende

16 november 2016

Wat moet je doen als je schade lijdt doordat bijvoorbeeld de gemeente (te) laat beslist in een vergunningsprocedure, maar je niet ‘direct belanghebbende’ bent omdat je de vergunning niet zelf hebt aangevraagd. Je kunt dan geen ingebrekestelling sturen en bent ook geen partij in de procedure tegen een eventuele afwijzing van de vergunning, zoals een betrokken partij, een direct belanghebbende wel kan. Daardoor sta je dus min of meer buiten spel, terwijl je wel schade hebt geleden. De Hoge Raad heeft zich over dit ptobleem uitgesproken in haar arrest van 8 juli 2016. 

De casus

In deze zaak speelde de kwestie dat A een aanvraag deed in september 2003 voor de vervanging van een turbinegordel van een turbine die door B was geplaatst op het perceel van A. Pas drie jaar later, dus in 2006 wordt de vergunning geweigerd, omdat deze in strijd is met het bestemmingsplan.

A gaat in beroep bij de Rechtbank en de Rechtbank vernietigt het besluit en bepaalt dat de uitspraak in de plaats treedt van de afwijzing. De vergunning wordt aldus alsnog verleend. De gemeente gaat in hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, maar de Afdeling bevestigt het oordeel van de Rechtbank.

In dit geval lijdt B schade door de gang van zaken tijdens de besluitvorming, omdat zij een subsidie misliep vanwege de te late beslissing, de zogenaamde vertragingsschade. Deze subsidie bedraagt volgens B maar liefst € 770.577,–.

Hierbij wordt opgemerkt dat het hier gaat om een vergunning welke op basis van de lex silencio positivo kan worden verleend, dat betekent simpel gezegd dat de vergunning automatisch is verleend als de gemeente te laat beslist. De gemeente moet dan alleen nog bekend maken dat de vergunning van rechtswege is verleend. Wanneer de gemeente dit in de zaak van de turbinegordel had gedaan, had A dus meteen een vergunning gekregen en kon B meteen subsidie aanvragen.

Het begrip belanghebbende

De Hoge Raad heeft in deze uitspraak geoordeeld dat een bestuursorgaan, in dit geval de gemeente, in overeenstemming met de in het maatschappelijk verkeer in acht te nemen zorgvuldigheid dient te handelen. Dat betekent dat, als voor het bestuursorgaan kenbaar is dat er derden, in dit geval B, bij de besluitvorming betrokken zijn, het bestuursorgaan ook voor de schade van deze derde aansprakelijk kan zijn. Dit geldt ook wanneer deze derde in het vergunningentraject en de daarop volgende bezwaar- en beroepsprocedure geen direct belanghebbende was.

Conclusie: Ook niet direct belanghebbenden kunnen schade vorderen

Deze uitspraak opent de weg voor anderen dan ‘direct belanghebbenden’ om schade te vorderen bij een bestuursorgaan, mits kenbaar was dat de belangen van deze partijen betrokken waren bij de besluitvorming. Wilt u meer informatie of advies over het vorderen van schade bij een bestuursorgaan, neem dan contact op met mij of één van mijn collega’s van de sectie bestuursrecht.

ECLI:NL:HR:2016:1454