Na diverse wetsvoorstellen, een uitgebreide maatschappelijke discussie en heel veel aandacht in de media, is het er dan eindelijk van gekomen. Met ingang van 1 januari 2020 is de Wet herziening partneralimentatie in werking getreden. De wet betekent een wijzing (verkorting) van de periode, dat er aanspraak kan worden gemaakt op partneralimentatie. De wet geldt voor echtscheidingen, waarvan het echtscheidingsverzoek is ingediend na 1 januari 2020 of de partneralimentatie in onderling overleg na die datum is afgesproken. Voor ‘oude gevallen’ geldt de regeling in artikel 1:157 BW, zoals die tot 1 januari 2020 gold, en bedraagt de maximale alimentatietermijn nog steeds twaalf jaar.
In het kort komt de wet op het volgende neer:
De algemene regel is, dat als de rechter geen periode heeft vastgesteld, de periode waarop recht is op een bijdrage van de ex-partner in de kosten van het levensonderhoud, de helft bedraagt van de periode dat het huwelijk heeft geduurd, met een maximum van vijf jaar. Bij een huwelijk van acht jaar is de alimentatieduur derhalve vier jaar, bij een huwelijk van twintig jaar, is er gedurende vijf jaar recht op alimentatie.
Er zijn echter drie uitzonderingen op de hoofdregel, waarbij speciale regelingen gelden voor langdurige huwelijken en huwelijken met jonge kinderen, namelijk:
Zoals hiervoor is aangegeven, is de datum van indiening van het echtscheidingsverzoek bepalend of de onder 1 of 2 vermelde regelingen van toepassing zijn.
Afgezien van voorlopige voorzieningen, vangt de alimentatieplicht nog steeds aan op het moment dat de echtscheiding een feit is, dat wil zeggen de beschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Behoudens de uitzonderingen, is de duur van het huwelijk (de periode tussen huwelijksvoltrekking en inschrijving beschikking) bepalend voor de periode dat er recht is op alimentatie.
Naast de hiervoor genoemde uitzonderingen, is er de hardheidsclausule. Deze geldt voor situaties waarin ongewijzigde handhaving van de beëindiging van de partneralimentatie op grond van het verstrijken van de termijn, gelet op alle omstandigheden van het geval, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden gevergd van de alimentatiegerechtigde. In dat geval kan door de rechter een verlenging van de alimentatietermijn worden bepaald, met dien verstande dat een verzoek daartoe binnen drie maanden na het verstrijken van de alimentatietermijn moet zijn ingediend.
Wat niet zo breed is uitgemeten in de pers, maar wat wel degelijk (ook) van belang is, is de wijziging in de (fiscale) aftrekmogelijkheden van partneralimentatie. Anders dan kinderalimentatie, kan partneralimentatie als onderhoudsplicht in aftrek worden gebracht door de alimentatieplichtige en wordt deze vervolgens bij de alimentatiegerechtigde belast. Dit is ook de reden, waarom het berekende nettobedrag van de partneralimentatie wordt gebruteerd, dat wil zeggen omgerekend naar een brutobedrag.
In het belastingplan 2019 worden aftrekposten in de inkomstenbelasting beperkt, waaronder de belastingaftrek voor partneralimentatie. Was in 2019 partneralimentatie nog tegen een tarief van maximaal 51,75% aftrekbaar, dit wordt met ingang van 2020 in een aantal (forse) stappen afgebouwd tot 37,05% in 2023. Het gevolg daarvan voor de alimentatieplichtige kan zijn, dat de netto kosten van de alimentatie nogal wat hoger uitvallen. Of dat het geval is, heeft uiteraard te maken met het belastbaar inkomen en overige aftrekposten van de alimentatieplichtige. Immers, ook de aftrekbaarheid van de kosten van de eigen woning wordt stapsgewijs verlaagd, waardoor de woonlasten aanzienlijk hoger kunnen zijn, dan waarmee bij de berekening van de alimentatie rekening is gehouden. Over het algemeen geldt, dat met name de hogere inkomenscategorieën aanzienlijk nadeel zullen ondervinden van de wijzigingen in de aftrekposten.
Het is derhalve goed, om de alimentatie periodiek te laten toetsen en te laten berekenen, of deze nog steeds aan de wettelijke maatstaven voldoet, of dat het wellicht zinvol is wijziging van de alimentatie te verzoeken. De wijziging in het belastingstelstel is een wijziging als bedoeld in artikel 1:401 BW, op grond waarvan de rechter kan worden verzocht de alimentatie aan te passen. Onze collega’s van de sectie personen- en familierecht kunnen u daarbij van dienst zijn.
Neemt u gerust contact met ons op. Wij helpen u graag verder!
Meldt u zich vrijblijvend aan voor onze nieuwsbrief.
Download het bestand.
Dehaanlaw.nl maakt gebruik van cookies
Als u kiest voor ’Nodige cookies’ plaatsen wij slechts functionele en analytische cookies met weinig tot geen gevolgen voor uw privacy. Indien u kiest voor ‘Alle cookies’ plaatsen wij ook tracking cookies waarmee wij informatie over u verzamelen om u gepersonaliseerde content aan te kunnen bieden. U geeft hiermee tevens toestemming voor het verwerken van de middels deze cookies verkregen persoonsgegevens conform ons Privacy Statement en Cookie Statement.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Undefined cookies are those that are being analyzed and have not been classified into a category as yet.