Vergoeding overwerk op grond van goed werkgeverschap

15 oktober 2024

Is een werkgever altijd verplicht om overuren uit te betalen? De Nederlandse wet kent geen bepaling op grond waarvan een recht bestaat op compensatie voor overuren. Of een werkgever overuren moet compenseren, komt in beginsel neer op wat partijen daarover afspreken in de arbeidsovereenkomst en/of geldt op grond van de toepasselijke cao. In een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland deed de kantonrechter onlangs een opvallende uitspraak waarbij de werkgeefster verplicht was tot compensatie van de gewerkte overuren op grond van goed werkgeverschap. In deze blog lichten wij het oordeel van de kantonrechter toe.

De werknemer is sinds 15 augustus 2016 in dienst bij werkgeefster als uitvoerder. In de arbeidsovereenkomst staat dat er geen sprake is van overwerk. Althans, bij het artikel Overwerk staat de tekst: “GEEN”. De werknemer zegt de arbeidsovereenkomst op tegen 1 december 2022. Bij brief van 28 maart 2023 vordert de werknemer onder meer om betaling van achterstallig loon voor gewerkte overuren door werkgeefster.

Volgens de werknemer heeft hij in de jaren 2018 tot en met 2022 in totaal 1.213,14 overuren gemaakt die niet zijn uitbetaald. Partijen zouden volgens de werknemer hebben afgesproken dat hij deze in tijd gecompenseerd zou krijgen. Werkgeefster is van mening dat overwerk, zoals opgenomen in de arbeidsovereenkomst, niet aan de orde was. De enkele keer dat er zou zijn overgewerkt, zou zijn inbegrepen in het salaris van de werknemer.

Ter zitting erkende de werkgeefster dat zij opdracht heeft gegeven voor het werken van extra uren. Daarmee komt de kantonrechter tot de conclusie dat (a) de werknemer overwerk heeft verricht (b) in opdracht van werkgeefster. De volgende vraag die de kantonrechter moest beantwoorden is of het overwerk in het salaris van de werknemer is verdisconteerd. De kantonrechter stelt vast dat vooralsnog niet kan worden aangenomen dat er individuele afspraken zijn gemaakt over het wel of juist niet vergoeden van overuren, terwijl er ook geen wettelijke bepaling bestaat die in de compensatie van overuren voorziet.

Wel is de werkgeefster naar het oordeel van de kantonrechter gehouden de gewerkte overuren te vergoeden op grond van goed werkgeverschap, dan wel de redelijkheid en billijkheid. Daarvoor verwijst de kantonrechter naar een uitspraak van de Hoge Raad van 6 maart 1998. Daarbij acht de kantonrechter van belang dat:

  • werkgeefster het overwerk aan werknemer heeft opgedragen;
  • werknemer gedurende meerdere jaren structureel en substantieel overwerk heeft verricht;
  • werkgeefster financieel voordeel heeft gehad van deze overuren;
  • werknemer heeft besproken dat hij betaald wilde krijgen voor het overwerk;
  • werkgeefster in strijd met artikel 7:655 lid 1 sub i en leden 3 en 10 BW heeft gehandeld door na te laten om de werknemer schriftelijk te informeren over overwerk; en
  • werkgeefster niet voldoende heeft onderbouwd dat het overwerk geacht werd inbegrepen te zijn in het overeengekomen maandloon.

De werkgeefster moet de werknemer uiteindelijk een bedrag van ruim € 36.000,- bruto betalen aan achterstallig loon. Over dat bedrag moet de werkgever ook 10% wettelijke verhoging en wettelijke rente betalen. Al met al een hoge rekening voor de werkgeefster.

Wij adviseren u om duidelijke afspraken te maken over overuren en voorzichtig te zijn met het stelselmatig laten overwerken van uw werknemer zonder enige compensatie. Het kan zijn dat u op grond van goed werkgeverschap gehouden kunt zijn om deze overuren te compenseren.

GERELATEERDE ACTUALITEITEN