Wet vaste huurcontracten zet een streep door de Wet doorstroming huurmarkt 2015

28 juni 2024

Vanaf 1 juli 2024 geldt er een belangrijke wijziging voor de duur van huurcontracten van woonruimte. Met de invoering van de Wet doorstroming huurmarkt 2015 kon er vanaf 1 juli 2016 een tijdelijke huurovereenkomst gesloten worden voor woonruimte. Deze huurovereenkomsten eindigden van rechtswege (mits aan de voorwaarden was voldaan in de huurovereenkomst) en de huurder op tijd was geïnformeerd over het beoogde einde van de huurovereenkomst. Met vallen en opstaan hebben tijdelijke huurovereenkomsten een plek gekregen in de praktijk en is gebleken dat er veel gebruik van werd gemaakt. Nu, 9 jaar later, wordt de mogelijkheid van het gebruik van dergelijke tijdelijke huurovereenkomsten weer flink ingeperkt.

Huur voor onbepaalde tijd

Het uitgangspunt bij het aangaan van een huurovereenkomst wordt weer een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Alleen voor specifieke groepen blijft een huurovereenkomst van bepaalde tijd mogelijk. De wet vaste huurcontracten geldt alleen voor nieuwe huurovereenkomsten die worden aangegaan na 1 juli 2024 en lopende tijdelijke huurovereenkomsten die na 1 juli 2024 worden verlengd.

Uitzonderingen bestaan er voor:

  1. Studenten die tijdelijk voor studie in een andere plaats moeten huren, dan waar zij wonen;
  2. Personen die uit een maatschappelijke opvang komen of in een sociale noodsituatie verkeren en dat kunnen aantonen;
  3. Huurders die een tweede kansovereenkomst aangaan;
  4. Kinderen van overleden huurders, tussen de 16 en 27 jaar, die de huurovereenkomst overnemen;
  5. Ouders die scheiden, niet meer samen wonen en tijdelijk een woning huren om dichtbij hun kind(-eren) te zijn;
  6. Huurders die op de Waddeneilanden werken en normaal in een andere plaats wonen;
  7. Statushouders, die direct uit een COA-huisvesting komen en wachten op definitieve huisvesting.

Alternatieven

Naast de huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd en bovengenoemde uitzonderingen die nog een tijdelijke huurovereenkomst kunnen krijgen, zijn er natuurlijk ook nog de nu al bestaande alternatieve constructies.

  1. Huren via de Leegstandswet
  2. Tussenhuur/diplomatenclausule
  3. Doelgroep contracten (bijvoorbeeld studenten)
  4. Hospitaverhuur
  5. Huur dat een gebruik betreft dat naar zijn aard van korte duur is, bijvoorbeeld een vakantiewoning

Opzeggingsgronden

Naast de al bestaande wettelijke opzeggronden wordt er een nieuwe opzeggrond toegevoerd en wordt de bestaande opzeggrond “dringend eigen gebruik” uitgebreid.

Nieuw: Na de afgesproken huurtermijn mag de huur worden opgezegd ten behoeve van verkoop. Dit geldt alleen voor een natuurlijk persoon als verhuurder, die trouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat en niet meer dan 1 woning verhuurt. Het moet in de huurovereenkomst vermeld zijn en deze mag maximaal 2 jaar duren. Daarnaast moet de verhuurder minimaal 2 jaar voor de start van de huurovereenkomst zelf in de woning gewoond hebben

Het dringend eigen gebruik wordt uitgebreid met gewenste bewoning door een bloed- of aanverwant in de eerste graad, zoals ouders of kinderen. Ook dit moet wel al in de huurovereenkomst vermeld zijn.

Verhuurt u woonruimte en wilt u weten wat deze nieuwe wet voor u betekent, of wilt u advies over een huurrechtelijk geschil? Onze specialisten staan graag voor u klaar.

GERELATEERDE ACTUALITEITEN