Zzp: ja of nee?

8 oktober 2024

Begin september berichtten wij al dat de belastingdienst met ingang van 1 januari 2025 gaat handhaven op schijnzelfstandigheid. Organisaties die zzp’ers inzetten, maar waar volgens de Belastingdienst sprake is van een dienstverband, kunnen te maken krijgen met naheffingen en soms zelfs boetes. Zzp’ers kunnen te maken krijgen met loonheffingen. Intussen heeft het commissiedebat zzp plaatsgevonden. Ook heeft het Ministerie van SZW een document gepubliceerd om een idee te geven in welke voorbeeldsituaties sprake is van een werknemer met een arbeidsovereenkomst of een zzp’er.

Commissiedebat zzp

Het besluit om vanaf 1 januari 2025 volledig te gaan handhaven, heeft tot veel onrust geleid. Intussen zijn er door meerdere partijen moties ingediend en aangenomen, waarmee beoogd wordt de onrust deels weg te nemen en de gevolgen te verzachten. Hieronder volgt een samenvatting van de aangenomen moties.

Er komt een wijziging van de handhavingsstrategie, om zo een zachtere landing te introduceren bij het opheffen van het handhavingsmoratorium door voorlopig, voor in ieder geval één jaar, risicogericht te gaan handhaven, met de focus op probleemgevallen zoals gedwongen zelfstandigheid, onderbetaling, evidente schijnzelfstandigen en arbeidsmigratieconstructies. De naheffingen worden daarmee voornamelijk opgelegd bij deze probleemgevallen. In de gevallen, anders dan de probleemgevallen, dient bij de keuze van inzet van handhavingsinstrumenten, waaronder een waarschuwing vooraf, zo veel als mogelijk rekening te worden gehouden met de menselijke maat en maatwerk. Voor de handhaving onder de groep onbewust onbekwame zelfstandigen is het verzoek om coulant te zijn en niet direct over te gaan tot het opleggen van boetes.

De Tweede Kamer wil dat de regering faciliteert dat vooroverleg over beoordeling van arbeidsrelaties tussen partijen een belangrijk onderdeel wordt van het verkrijgen van duidelijkheid vooraf. Om meer duidelijkheid te verschaffen, is het voornemen uiterlijk 1 november 2024 een helder afwegingskader voor handhaving te publiceren op de website van de Belastingdienst. De Tweede Kamer heeft de regering verzocht dit afwegingskader zelf ook te gebruiken bij inhuur van zzp’ers.

Verder heeft de Minister de toezegging gedaan dat hij eind oktober in een brief terugkomt op de gevolgen van het innen van premies door pensioenfondsen bij werkgevers in het geval van schijnzelfstandigheid, en neemt hier ook de gevolgen met betrekking tot de sociale zekerheid in mee.

Voorbeelddocument zzp

Op 30 september 2024 publiceerde het Ministerie van SZW een hulpdocument dat zzp’ers en organisaties die met zzp’ers werken een idee moet geven of sprake is van een arbeidsovereenkomst of niet. Het document is hier te downloaden.

De voorbeelden zien op de zorg, creatieve sector, onderwijs, bouw, schilders, advisering, interim-managers, kinderopvang, bezorgdiensten en grafisch ontwerpers. Uiteindelijk is het antwoord op de vraag of er een arbeidsovereenkomst is, afhankelijk van een veelvoud van factoren. Deze zijn uitgewerkt in de jurisprudentie. Toch is het goed om te lezen welke criteria belangrijk zijn voor het kabinet.

De belangrijkste doorslaggevende factoren zijn:

Aansturing en gezag: Bij een arbeidsovereenkomst is er sprake van aansturing door de werkgever. De werkgever bepaalt hoe het werk uitgevoerd moet worden en houdt toezicht op de werkzaamheden. Als er duidelijke instructies worden gegeven en er protocollen of regels zijn waar de werkende zich aan moet houden, wijst dat op een arbeidsovereenkomst. Als de werkende daarentegen veel vrijheid heeft om zelf te bepalen hoe en wanneer hij het werk uitvoert, wijst dat op zelfstandigheid.

Werken voor eigen rekening en risico: Een zzp’er werkt voor eigen rekening en risico. Dit betekent dat hij verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het werk en de eventuele kosten als iets misgaat. De zzp’er bepaalt vaak zelf zijn tarief, gebruikt eigen materialen en kan de kosten van fouten niet verhalen op een opdrachtgever. In een arbeidsovereenkomst ligt het risico meestal bij de werkgever.

Structurele werkzaamheden: Werk dat deel uitmaakt van de kerntaken van een organisatie en ook door werknemers in loondienst wordt uitgevoerd, wijst vaak op een arbeidsovereenkomst. Als het werk meer projectmatig is en de werkende niet als onderdeel van het bedrijf functioneert, duidt dat eerder op zzp-werk.

Protocollen en richtlijnen: Als de werkende zich moet houden aan interne regels en protocollen, zoals werktijden, werkwijzen of gedragsregels, kan dit op een arbeidsovereenkomst wijzen. Als de werkende veel vrijheid heeft in de uitvoering, bijvoorbeeld door eigen werkwijzen en materialen te gebruiken, duidt dit eerder op zelfstandigheid.

Tot slot

Belangrijk hierbij te vermelden is dat geen twee gevallen hetzelfde zijn. Situaties die op elkaar lijken, hoeven dus niet dezelfde uitkomst te hebben. Bij twijfel kunt u ons altijd raadplegen. Wij helpen u dan met het inschatten van de beoordeling van de arbeidsrelatie. U kunt contact opnemen met één van onze specialisten arbeidsrecht.

GERELATEERDE ACTUALITEITEN