Afkoop van een pensioenverzekering in faillissement of tijdens wsnp

26 november 2017

Iedere week gaan in Nederland personen failliet. De rechtbank benoemt dan een curator. De curator zal alle vermogensbestanddelen van de gefailleerde persoon te gelde maken. Hoe moet de curator omgaan met een pensioenverzekering? Daarmee bedoel ik geen pensioenrecht dat is opgebouwd in een collectieve pensioenregeling. In deze blog gaat het om zelfstandig afgesloten verzekeringen met als doel het opbouwen van pensioenkapitaal. Vaak is dit een levensverzekering. Mag de curator die verzekeringen afkopen?

Hoofdregel

Al in 2008[1] heeft de Hoge Raad beslist dat aanspraken op een pensioenvoorziening in de regel in de boedel vallen. De gefailleerde wordt tegen afkoop beschermd door de Faillissementswet (Fw). In artikel 22a lid 1 sub a Fw is bepaald dat de curator de verzekering/voorziening niet mag afkopen als dat tot gevolg heeft dat de verzekerde (of begunstigde) daardoor onredelijk wordt benadeeld. Ook mag de curator niet zelfstandig beslissen de verzekering af te kopen. De curator heeft daarvoor toestemming van de rechter-commissaris nodig.

Het wettelijke kader

De wettelijke regeling voor uitwinning van levensverzekeringen in faillissementen wordt gevormd door art. 21 en 22a Fw, art. 1.7 Wet IB 2001 jo art. 3.124 Wet IB 2001 en art. 3.125 Wet IB 2001. In een wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) zijn deze bepalingen ook van toepassing (art. 7:986 lid 4 BW, art. 295 Fw). De curator kan de verzekering uitwinnen door de begunstiging te wijzigen, de verzekering over te dragen of de verzekering af te kopen. Er kan sprake zijn van een contractueel afkoopverbod. Ook de curator kan daar aan gebonden zijn. Dan is afkoop niet mogelijk.

Rol van de rechter-commissaris

De curator dient te onderzoeken of op basis van de verzekering en de toepasselijke wetgeving afkoop mogelijk is. Daarna moet worden getoetst of en in hoeverre de verzekeringnemer of begunstigde door afkoop onredelijk wordt benadeeld. Deze toetsing zal ook door de rechter-commissaris worden gedaan wanneer de curator om toestemming voor de afkoop vraagt. 
Tegen de verlening van toestemming tot afkoop door de rechter-commissaris kan de gefailleerde in hoger beroep (art. 67 lid 1 Fw,  art. 315 lid 1 Fw). Beroep moet worden ingesteld binnen vijf dagen te rekenen vanaf de dag waarop de beschikking is gegeven. In de beroepsprocedure kan gemotiveerd worden aangevoerd waarom wel sprake zou zijn van onredelijke benadeling. Er zal opnieuw toetsing plaatsvinden.

Is wel sprake van afkoop?

Op 5 september 2017[2] heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bepaald dat niet altijd sprake is van afkoop. Een bewindvoerder koopt, met toestemming van de rechter-commissaris, een lijfrenteverzekering af. De saniet stelt daardoor onredelijk benadeeld te zijn en vordert schadevergoeding. Het Hof constateert dat de verzekering al voor het moment van ‘afkoop’ de expiratiedatum had bereikt. Om die reden kwam het opgebouwde kapitaal tot uitkering. Er is dan geen sprake van afkoop. Van toepasselijkheid van art. 22a Fw is geen sprake nu afkoop van een levensverzekering, wijziging van de begunstiging of belening of overdracht van een verzekering niet aan de orde was. De expiratiewaarde van de verzekering viel in de boedel. Het verwijt aan de bewindvoerder mist daardoor feitelijke grondslag. De vordering is afgewezen.

Tot slot

Wanneer u als verzekeringnemer of begunstigde te maken krijgt met een curator (of bewindvoerder) die een pensioenvoorziening wil afkopen is het in uw belang om deskundige hulp in te schakelen. U kunt in kaart brengen welke pensioenvoorzieningen u heeft: AOW, collectief pensioen, losse verzekeringen. Wat zijn de gevolgen bij afkoop? Heeft u nog mogelijkheden om zelf voldoende pensioen op te bouwen? Al deze vragen spelen een rol bij de vraag of er afgekocht mag worden. Een algemene richtlijn is niet te geven. Uiteraard moet daarbij ook goed worden onderzocht of sprake is van afkoop en of een afkoopverbod van toepassing is.

Heeft u vragen over dit onderwerp? Schroom dan niet om contact met mij op te nemen.


[1] HR 5 september 2008, NJ 2008/478, http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2008:BD323

[2] Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 september 2017, http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2017:7762