Lees in één minuut de ontwikkelingen van afgelopen week:
Meer bescherming voor platformmedewerkers
Op 12 juni jl. heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een akkoord bereikt met haar Europese collega-ministers van sociale zaken. Het akkoord had betrekking op een nieuwe richtlijn die de positie van platformmedewerkers (zoals koeriers, Uber-chauffeurs en maaltijdbezorgers) moet versterken. Door het akkoord zullen de platformmedewerkers beter worden beschermd en wordt schijnzelfstandigheid tegengegaan. Volgens de minister is het akkoord een belangrijke stap vooruit voor platformmedewerkers. “Veel van hen zien zich genoodzaakt te werken als zzp’er, terwijl ze eigenlijk werknemer zijn. Daardoor missen ze de bescherming waar ze recht op hebben”, aldus de minister. De toekomstige richtlijn moet ervoor zorgen dat de platformmedewerkers als werknemer worden gekwalificeerd, als ze dat in de praktijk ook zijn. Daarnaast komen er duidelijke regels over het gebruik van algoritmes in de platformeconomie. Voorheen konden de platformmedewerkers zomaar worden uitgesloten van een app. Op grond van de richtlijn krijgen platformmedewerkers het recht om te weten waarom een algoritme ze uitsluit en kunnen daartegen in beroep. Dit is een versterking van de positie van de platformmedewerkers. De volgende stap is dat de lidstaten van de EU nu in onderhandeling gaan over de precieze invulling van de nieuwe richtlijn.
Aanzegvergoeding van € 582 toegewezen
Een werknemer had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een werkgever, waarin bepalingen waren opgenomen met betrekking tot het einde van de arbeidsovereenkomst. Deze bepalingen betroffen ook de aanzeggingsverplichting van de werkgever. Een aanzegging houdt in dat de werkgever de werknemer tijdig schriftelijk informeert over het al dan niet voortzetten van het tijdelijke contract. De gedachte hierachter is dat wordt verzekerd dat de werknemer op tijd weet wat de bedoelingen van de werkgever zijn, zodat daarover geen misverstand kan ontstaan. De werknemer kan dan op tijd op zoek naar ander werk als dat nodig is. In de arbeidsovereenkomst stonden echter tegenstrijdige bepalingen. De ene bepaling hield een aanzegging bij voorbaat in: er was een clausule opgenomen waarin werd vastgelegd (dus: aangezegd) dat de arbeidsovereenkomst op een bepaalde datum zal eindigen. Daarmee zou dan zijn voldaan aan de aanzeggingsverplichting. De andere bepaling hield in dat de arbeidsovereenkomst op 1 januari 2023 van rechtswege zou eindigen, maar dat deze stilzwijgend zou worden verlengd, wanneer de werkgever de werknemer niet zou laten weten dat de overeenkomst zal eindigen. Omdat sprake was van tegenstrijdige bepalingen, oordeelde de rechter dat geen sprake was van een duidelijke en ondubbelzinnige aanzegging van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De werkgever was de aanzegverplichting niet nagekomen en was daarom een vergoeding verschuldigd, gelijk aan het bedrag van het loon van één maand. De werkgever diende de werknemer een vergoeding van € 582 bruto te betalen.
Neemt u gerust contact met ons op. Wij helpen u graag verder!
Meldt u zich vrijblijvend aan voor onze nieuwsbrief.
Download het bestand.
Dehaanlaw.nl maakt gebruik van cookies
Als u kiest voor ’Nodige cookies’ plaatsen wij slechts functionele en analytische cookies met weinig tot geen gevolgen voor uw privacy. Indien u kiest voor ‘Alle cookies’ plaatsen wij ook tracking cookies waarmee wij informatie over u verzamelen om u gepersonaliseerde content aan te kunnen bieden. U geeft hiermee tevens toestemming voor het verwerken van de middels deze cookies verkregen persoonsgegevens conform ons Privacy Statement en Cookie Statement.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Undefined cookies are those that are being analyzed and have not been classified into a category as yet.