Recent heeft de rechter een streep gezet door een fiscale constructie om belasting te ontlopen zoals bedacht door PwC. De constructie was bedoeld om renteaftrek voor de winstbelasting te behouden voor bedrijven die door een wetswijziging dit voordeel dreigden te verliezen. PwC heeft tevergeefs ontken dat zij foutief heeft geadviseerd. De fiscale constructie hield namelijk geen stand bij de rechtbank.
De uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 31 januari 2024 (ECLI:NL:RBAMS:2024:825) betreft de opvolgende schadestaatprocedure en ziet op de vraag of daadwerkelijk schade is geleden als gevolg van de beroepsfout. De meest in het oog springende schadepost die ter discussie staat is de fiscale schade voortvloeiend uit de omstreden oplossing van PwC om de renteaftrek te omzeilen. Het interessante aspect van de uitspraak zit met name in de eventuele gevolgen die de uitspraak meebrengt ten aanzien van de door PWC bedachte constructie. Uit het vonnis volgt namelijk dat PWC de ter discussie staande constructie in de praktijk meermaals heeft geadviseerd en daarbij dus nauw betrokken was. De rol van Pwc is dan ook niet onopgemerkt gebleven en heeft recent zelf tot kritische Kamervragen en geleid.
Het voorgaande vormde voor Meike de Groot en Atti kok voldoende reden om de uitspraak gedetailleerd te bespreken waarbij zij handvatten hebben geboden voor de praktijk van beroepsaansprakelijkheid.
De annotatie is recent gepubliceerd in JIN 2024-8 en kunt u hieronder downloaden.
Het ziet ernaar uit dat het laatste woord hiermee nog niet geschreven is nu PwC inmiddels kenbaar heeft gemaakt in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam. Wordt vervolgd!
Meldt u zich vrijblijvend aan voor onze nieuwsbrief.
Download het bestand.
Meldingen